Zijn je medewerkers nomaden of huismussen
Het zal niemand ontgaan zijn dat er de afgelopen 30 jaar enorm veel is veranderd als we kijken naar onze werkplek. Maar is het ook iemand opgevallen dat er een scheiding is gekomen in onze medewerkers en hoe deze naar hun werkplek kijken en wat ze er van verwachten??
De medewerkers van 30 jaar en ouder zijn namelijk opgevoed met het idee van een tafel en een stoel. Hun werkplek waar ze 40 uur per week aan zitten. Hun kleine koninkrijk te midden van het woelige en onvoorspelbare kantoorleven. Een plekje waar de gezinsfoto op het bureau kan staan. Deze groep medewerkers hadden een al dan niet bescheiden expansiedrift, gestimuleerd door de organisatie, en gericht op het eigen kantoortje aan het eind van de gang. Ook al was dat kantoor niet groter dan een bezemkast. Want daar kon de familiefoto aan de eigen wand hangen. En als ze daar eenmaal zaten wilden ze naar dat grotere kantoor op de 2e verdieping en zo voort.
De medewerkers die net 5 jaar op de arbeidsmarkt rondlopen kijken heel anders tegen hun werkplek aan en definiëren deze al helemaal niet als een tafel en een stoel. Voor hun is een goede internetverbinding, een goede mobiele telefoon en een laptop veel belangrijker. Zij kunnen hun werk in principe overal doen en creëren gewoon een ruimte waar ze kunnen gaan zitten. Of dat nu voor korte of langere tijd is. Ze claimen de ruimte door hun telefoon en laptop in te pluggen. Zetten hun mok op tafel en gaan gewoon aan de slag. De foto van de vriendin is de screensaver op de laptop en het beginscherm van de telefoon. Verhuizen is geen enkel probleem. Ze trekken de stekkers er uit, pakken hun mok op en verkassen naar een andere plek. Maar kom dus niet aan hun mok. Deze heeft dus bij voorkeur hun eigen naam erop maar is zeker duidelijk herkenbaar. Hun werkplek wordt gezien als het gebouw waar hun bedrijf of organisatie zit. De organisatie waar ze voor werken.
Dat verklaart dus ook de verschuiving die langzamerhand plaats vindt in organisaties waarbij de nadruk komt te liggen op de organisatie zelf en niet op die tafels, stoelen en kantoorruimtes. Wil men als organisatie aantrekkelijk zijn voor jonge medewerkers dan zal men deze mensen een werkplek moeten bieden waar ze kunnen inpluggen en prettig kunnen werken. Het moet een organisatie zijn waar deze medewerkers zich mee kunnen vereenzelvigen. Want die organisatie dat zijn zij.
In al deze veranderingen moet je natuurlijk je ‘bestaande’ medewerkers niet vergeten. Want iemand die ruim 30 jaar heeft gewerkt voor dat leuke kantoor op de 2e verdieping voelt zich aardig in de kou gezet als de organisatie plots over gaat op flex-plekken waarmee dan ook de zin en reden van zijn jarenlange noeste arbeid onderuit wordt gehaald. Demotivatie ligt dan niet op de loer… die is al meters dik uitgestort over het hoofd van de medewerker. Deze medewerkers hebben namelijk nog behoefte aan een ‘eigen plekje’. Geef deze medewerkers dan ook gewoon een klein bureau. Vergeleken met de enorme tafels die vroeger nodig waren om de computer te plaatsen is tegenwoordig een tafel van 120 bij 90 al voldoende. Stimuleer daarnaast de mogelijkheid om gebruik te maken van activiteit gerichte werkplekken. Want het werkt gewoon veel beter op een werkplek die specifiek gericht is op een bepaalde activiteit. Je kan geen ingewikkelde factuur opstellen als het een enorme herrie om je heen is. Dan is een isolatie werkplek gewoon even lekker. Waarna je gewoon weer terug kunt keren naar je eigen vertrouwde bureau met de familiefoto.