Paviljoen Zonnestraal
Klik op het VR icoon voor een beeldvullende afbeelding.
Achtergrond:
Zonnestraal in Hilversum werd in 1928 geopend als arbeids- en nazorgkolonie voor aan tbc-lijdende diamantbewerkers. Het werd ontworpen door architect Jan Duiker en Bernard Bijvoet. Samen met Jan Gerko Wiebenga zette zij een gebouw neer dat een weerslag was van de nieuwste ideeën op het gebied van architectuur, bouwtechniek en zorg. Een perfect voorbeeld van ‘het Nieuwe Bouwen’. Er werd gekozen voor gladde en gemakkelijk te reinigen materialen zoals beton, glas en staal. Maar nergens doet het gebouw zwaar of donker aan. De reden hiervoor is dat er zo min mogelijk van deze materialen is gebruikt. Het gebouw is niet meer dan een betonskelet. Hierdoor ontstaat een open sfeer en kan er een enorme hoeveelheid licht binnen vallen. Zonnestraal was de ultieme vorm van modern bouwen gericht op licht, lucht en hygiëne. Een overvloed aan helder glas, gevat in smalle lichtblauwe profielen maken van de natuur en de wisseling van de seizoenen unieke en kunstige wandversieringen.
Op het landgoed staan diverse bijgebouwen waaronder dit paviljoen. Het twee verdiepingen tellend gebouw heeft een centrale hal met bovenin een daklicht. Om deze centrale hal heen zijn diverse kleine ruimtes; van oorsprong waarschijnlijk slaapkamertjes. In tegenstelling tot het hoofdgebouw doet het paviljoen klein, beperkend en donker aan.


Opdracht:
Zonnestraal is een belangrijk stukje cultureel en architectonisch erfgoed en staat op de nominatie om op de Unesco werelderfgoedlijst te worden geplaatst. Er zitten dus bepaalde beperkingen aan datgene wat je kan doen. Aan de andere kant is het paviljoen op dit moment alles behalve functioneel. De kamertjes zijn net groot genoeg voor 1 bureau en de centrale hal is donker en saai. En wat is er triester dan een gebouw dat bewaard blijft maar niet benut kan worden omdat het op geen enkele manier voldoet of tegemoet kan komen aan de vragen van deze tijd. In deze casestudie heb ik geprobeerd antwoord te vinden op de vraag hoe dit unieke gebouw weer een functie kan krijgen die aansluit op onze huidige manier van werken en hoe dat op zo’n manier kan gebeuren dat de uitgangspunten van het oorspronkelijke concept kunnen worden behouden of zelfs versterkt.
Oplossing:
Door een groot deel van de muren te doorbreken en terug te brengen tot de dragende constructie ontstaan grotere functionelere ruimtes. Ruimtes waar minimaal twee bureaus geplaatst kunnen worden. Het meest van de ruimtes zijn echter groter. Gericht op overleg, concentratie en ontspanning. De tweede belangrijke aanpassing is om ook de deuren weg te laten of te vervangen door in smalle staalprofielen gevat glas. Dit creëert licht en ruimte. Twee van de belangrijkste uitgangspunten van de oorspronkelijke bouw. De nieuwe geplaatste staalprofielen zijn in een zwarte kleur uitgevoerd om hun latere toevoeging ook visueel te maken. De centrale hal is nu een plek geworden waar je in directe verbinding staat met buiten. Een prettige plek. Ik heb er in dit ontwerp een soort van binnenterras van gemaakt. Een flinke evergreen boom steekt door de vloer omhoog naar de 1e verdieping en versterkt het terras gevoel. De saaie keuken is vervangen door een Barista bar en de kleine kamertjes zijn semi open ruimtes geworden waar je in groepjes kan zitten om te ontspannen of vergaderen maar ook waar je je in een hoekje kunt terug trekken om rustig te werken.